Publicaties & Projecten


Terug
De controle over de netwerken

Wetten, waarden en vrijhavens
(gepubliceerd in het nulnummer van Tijd.schrift, elektronisch opinieblad, november 1995.)

Tien jaar geleden, toen datacommunicatie nog het terrein was van wetenschap, bedrijfsleven, hackers, hobbyisten en politieke activisten, bekommerde verder niemand zich om wat er op computernetwerken omging. Inmiddels is de situatie radicaal veranderd.

Met name het anarchistisch georganiseerde Internet staat midden in de maatschappelijke aandacht. In uiteenlopende delen van de planeet valt een toenemende roep om regulering van de gecommuniceerde inhoud waar te nemen, zijn er pogingen tot controle van de informatiestromen, verschijnen bezorgde uitspraken en sensatieverhalen in de traditionele media over al of niet vermeende wantoestanden. Het zijn vaak los van elkaar staande gebeurtenissen maar samen vormen ze een trend.

Goede zeden en vieze woorden
Een sprekend voorbeeld is de Communications Decency Act die de Amerikaanse Senaat ondanks veel protest in juni 1995 aanvaardde maar die door het Huis van Afgevaardigden in augustus deels werd herroepen. In zijn oorspronkelijke vorm zou dit wetsvoorstel alle 'vunzige' informatie uit de Amerikaanse huiskamers moeten weren en zouden netwerkproviders dagelijks een onafzienbare stroom berichten moeten uitkammen op zoek naar vieze woorden en blote plaatjes.

In Europa gooide Europees Commissaris Marcelino Oreja dit voorjaar een balletje op over de wettelijke bescherming van de openbare zeden op Internet. Op vragen van Europarlementariër Nel van Dijk antwoordde Oreja's collega Martin Bangemann dat van overleg met de Amerikaanse en Canadese regeringen geen sprake was geweest en dat de beoordeling en de bescherming van de goede zeden exclusieve bevoegdheden van de lidstaten zijn. De Commissie is volgens Bangemann overigens van mening dat 'censuur niet haalbaar is, aangezien controle over de World Wide Web-installaties buiten de Gemeenschap niet zonder internationale overeenkomst mogelijk is'.

De regering van Australië vraagt om publiek commentaar op ontwerpwetgeving die de inhoud van netwerken regelt. Haar bezorgdheid gaat uit naar seks en geweld.
Ook de autoritair/democratische regering van Singapore lijkt ongerust. Volgens bijdragen in de nieuwsgroep soc.culture.singapore waarin Singaporanen van binnen en buiten het land met elkaar en anderen van gedachten wisselen, zou haar ongerustheid vooral onjuiste berichten over haar beleid betreffen en is de jeugdafdeling van de regerende PAP opgeroepen om foute mededelingen te weerspreken. Tot nu toe is van activiteiten van de PAP Jeugd niettemin weinig te merken.

Waarden
Andere landen, andere waarden. Zijn in diverse Europese landen (neo)nazistische uitingen aan strenge beperkingen onderhevig, Amerika kent, zolang het maar niet om seks gaat, een veel radicalere vrijheid van meningsuiting. Hitlers 'Mein Kampf' - in Nederland verboden - is er gewoon te koop en wie er naar zoekt kan op enkele Amerikaanse computers onversneden neonazipropaganda vinden. En dat niet alleen. In Amerika, en ook in Duitsland, gebruiken neonazi's netwerken en bulletinboards om zich te organiseren en acties te coördineren.

Vergeleken bij deze niet onschuldige activiteiten lijkt het Nederlandse cyberspace een vriendelijk dorp, waar het slechts de kinderlijke provocaties zijn waarmee ene Rinus Visser in discussies zijn medebewoners van de Amsterdamse Digitale Stad op de kast jaagt, die leiden tot aangifte en een levendig debat. Standpunten in dit debat gaan over al of niet verwijderen van racistische uitingen en wie dat eventueel moet doen, over de ernst van de zaak, of ze betreffen mogelijk specifieke regels voor cyberspace en de juiste manier om die te maken.
In veel discussiebijdragen hebben computernetwerken nog geen eigen identiteit. Zoals de eerste auto's koetsen zonder paard waren, zijn voor het begrip van netwerken analogieën met oudere media nodig. De verantwoordelijkheden van netwerkproviders worden vergeleken met die van uitgevers, telefoondiensten, eigenaars van een prikbord in een kroeg, barkeepers, en zelfs met bewoners van huizen waarop iemand leuzen kalkt.

Economie
Niet alleen door de maatschappelijke belangstelling is de positie van datacommunicatie veranderd. Wil een land economisch mee blijven tellen dan zal het zich moeten openstellen voor internationale datanetwerken. Voor sommige regimes een bron van zorg, want met de verbindingen komt ook kritiek binnen, wordt censuur ondergraven, kan de bevolking kennisnemen van porno of afwijkingen van de godsdienstige orthodoxie.
Zo vreest de Vietnamese regering, die onlangs voorzichtig én Internettoegang toestond, een bombardement van kritiek door o.a. geëxpatrieerde landgenoten.
China begint via ChinaNet geleidelijk publieke toegang te bieden tot Internet, maar officials zijn bang voor de verspreiding van porno en van politiek afwijkende uitingen. Internet is er vooralsnog alleen voor de zakenwereld en de wetenschap. 'Als een soevereine staat zal China controle blijven uitoefenen op de informatie', aldus de minister van Post en Telecommunicatie, hoewel hij erkent dat dat moeilijk zal zijn.

Encryptie
Een andere vorm van controle is het monitoren van verstuurde informatie. Tot voor kort konden overheden vrijwel iedere vorm van communicatie afluisteren of afkijken. Met de komst van goede en goedkope encryptiesoftware is dat verleden tijd geworden. In diverse landen, waaronder de VS, Rusland en ook Nederland, zijn pogingen ondernomen om het gebruik van versleutelde informatie aan banden te leggen. Zowel in Nederland als de VS vinden economische en ideële belangen elkaar in het verzet hiertegen. Enerzijds zien bedrijven de vertrouwelijkheid van hun communicatie of hun exportpositie bedreigd, anderzijds beschouwen diverse belangengroepen de regulering als een ernstige inbreuk op de privacy van burgers.
Het Nederlandse voorstel om versleuteling te binden aan vergunningen, waarbij de overheid de sleutel moest krijgen is vorig jaar na kritiek ingetrokken en het onderwerp is sindsdien in studie. Om op Europees niveau weer op te duiken: op 8 september lanceerde de Europese Raad een vergelijkbaar voorstel. En de OECD wil, naar verluidt, nog in december een bijeenkomst aan encryptie wijden.

Particuliere belangen
Het zijn niet alleen overheden die controle willen uitoefenen, ook particulieren hebben hun wensen en belangen.
Zoals bekend legde in september een deurwaarder, vergezeld van enige vertegenwoordigers van de Scientology-sekte beslag op de computers van de Nederlandse internetprovider Xs4all. Al enige jaren bestrijdt de sekte haar tegenstanders op Internet met alle beschikbare middelen. Kritiek op de sekte verdwijnt via vervalste cancelopdrachten uit discussiegroepen. Ex-leden die uit de school klappen met interne publicaties van de sekte worden vervolgd wegens het schenden van copyright. In Finland zag een beheerder van een anonieme informatiedienst zich juridisch gedwongen de naam vrij te geven van iemand die vanuit Amerika materiaal van de sekte openbaar had gemaakt, etc.

Dan zijn er de kleine lokale conflicten tussen gebruikers en beheerders of eigenaars van systemen. In de nieuwsgroep alt.censorship duiken ze regelmatig op. Beschuldigingen van censuur en misbruik van het account gaan er over en weer en voor buitenstaanders is vaak moeilijk uit te maken wat er nu echt aan de hand is.
Een recent voorbeeld betreft een ex-Jehovagetuige in Noorwegen. Volgens zijn lezing is hem in september de toegang tot een universitair netwerk ontzegd omdat hij zich op het net kritisch uitliet over de sekte die hij de rug toe keerde. Woordvoerders van de Universiteit van Bergen noemen uiteenlopende formele redenen voor het opheffen van het account. Vast staat dat de verantwoordelijke netwerkbeheerder lid is van deze sekte.

Enkele universiteiten in diverse landen weigeren nieuwsgroepen over seks door te geven, waarbij beheerders soms porno en serieuze voorlichting over safe sex over één kam scheren. Eind vorig jaar leidde dit aan een universiteit in Pennsylvania zelfs tot de eerste protestbijeenkomst tegen censuur van het Internet.

Wetten
Waartoe leidt nu al deze bekommernis? Waarschijnlijk zullen er hier en daar wettelijke regelingen tot stand komen of zullen bestaande wetten meer op datacommunicatie worden toegepast. De bruikbaarheid hiervan voor een wereldwijd fenomeen lijkt overigens beperkt.

Er duiken allerlei juridische vragen op. Wat gebeurt er als mensen informatie met een U-bochtconstructie via het buitenland aanleveren, zoals CP'86 doet? Welke wetten moet de Amerikaanse deeleigenaar van het Amsterdamse kabelnet volgen als dat net Internetdiensten gaat leveren die ook Amerika bereiken? Zullen op het Microsoftnetwerk Amerikaanse en/of Europese beperkingen gelden? Gelden voor informatieleveranciers ook de precedenten waarbij mensen in een land zijn vervolgd vanwege handelingen in een ander land begaan, die daar niet strafbaar waren?

Zelfregulatie
Naast de juridische regels vind je verschillende vormen van zelfregulatie. Altijd al was er op Internet sprake van enige sociale controle in de openbare discussiegroepen. En er mogen dan holocaustontkenners op het net actief zijn, je vindt er ook met enkele toetsaanslagen uitgebreide documentatie die hun beweringen weerlegt.
In Amerika stelde men tegenover de Communications Decency Act de eigen verantwoordelijkheid van ouders voor wat hun kinderen te zien krijgen. Ten behoeve van hen is er nu het softwarepakket Surfwatch dat nieuwsgierige kinderzielen moet beschermen tegen wat hun opvoeders slecht voor hen vinden. Op deze lijn voortbordurend ontwikkelt het World Wide Web Consortium een nieuwe generatie WWW-software die via een labelsysteem zowel leveranciers als ontvangers van informatie controle moet geven over wie de gegevens onder ogen krijgt. Onder de naam PICS (Platform for Internet Content Selection) moet het begin 1996 al beschikbaar komen. Het W3C is een industrieconsortium waarbij een groot deel van de computer- en netwerkwereld is aangesloten. Doelstelling is het ontwikkelen van standaards voor het World Wide Web.

Providervoorschriften
Sommige systemen stellen op dit moment hun eigen regels. Het Amerikaanse America On Line bijvoorbeeld hanteert een lijst trefwoorden waarop berichten gescreend worden - en ontvangt dan ook veel klachten over haar rigide ingrepen. Over het algemeen vinden systeembeheerders echter dat zij net als telefoonmaatschappijen niet verantwoordelijk zijn voor de inhoud. Hoogstens willen ze wel eens ingrijpen als een drukbezochte pornopagina (een aantal keren in Nederland) of een mailbombardement tegen neonazi's (VS) het dataverkeer dreigt te ontwrichten of als klanten misbruik maken van hun account door bijvoorbeeld cancelopdrachten te vervalsen (Scientology-aanhangers).

'Het is niet de rol van providers om te gaan optreden als censor!! Als er al actie m.b.t. verwijderen van berichten moet komen, dan kan dit echt *alleen* op last van justitie,' zegt Felipe Rodriguez van de vereniging van Nederlandse Internet Providers in een discussie over racisme op de Digitale Stad.
Wel richt de kersverse NLIP meldpunten op tegen kinderporno en racisme, respectievelijk naar aanleiding van een onderzoek door Modem Magazine en de commotie over racistische uitlatingen op de Digitale Stad. Werkgroepen zullen onder andere aan de hand van meldingen bekijken hoe ernstig de problemen zijn en proberen met creatieve oplossingen te komen die de cultuur van Internet niet aantasten. Rodriguez pleit voor deelname van providers, gebruikers, experts en de al bestaande maatschappelijke organisaties, overheid en meldpunten. Die samenwerking is volgens hem ook van belang omdat veel discussianten amper begrijpen hoe Internet functioneert en daardoor met volkomen verkeerde suggesties komen.
Eerdere ontwikkelingen geven hem gelijk. Heel wat voorstellen over regulering van Internet blinken niet uit door kennis van zaken omtrent het net, of ze nu geuit worden in een discussie over racisme op de Digitale Stad, komen van Nederlandse ambtenaren die cryptografie moeten reguleren of van Amerikaanse senatoren die 'vunzigheid' willen bestrijden.

Wereldwijd discussie
Een interessant gevolg is ook het wereldwijd opbloeien van discussies over wat toelaatbaar is, over vrijheid van meningsuiting en over censuur. Deels in een nieuwsgroep als alt.censorship, deels in specifieke groepen als soc.culture.singapore of lokale groepen als dds.dds op de Digitale Stad in Amsterdam. Interessant omdat in dit nieuwe medium veel nog open staat en omdat de oncontroleerbare verspreiding van informatie een nieuwe situatie heeft geschapen.
Door de mogelijkheid tot deelname vanuit de hele wereld worden verschillende lokaal dominante waardesystemen met elkaar geconfronteerd. Voor iemand uit Nederland is het verrassend enerzijds een Amerikaanse of Canadese discussiant te zien beweren dat het censureren van naziuitingen je op een lijn plaatst met 'hen' en even later in een Singaporese nieuwsgroep als reactie op anonieme kritiek te lezen dat je best openlijk de regering mag bekritiseren, mits respectvol.

Datavrijhavens
Kenmerkend voor de nieuwe situatie is ook het ontstaan van datavrijhavens (een term uit de science fiction van William Gibson en Bruce Sterling). Amerikanen zullen hun 'viezigheid' uit Europa halen, Europese neonazi's trekken profijt van de radicalere vrijheid van meningsuiting in de VS, Indonesische burgers lezen over hun verboden schrijvers via de VS en wie uit de school wilde klappen over de Scientology-sekte kon enige tijd terecht in China - totdat dit de beperkte capaciteit van het Chinese netwerk te boven ging.

Cyberactivisme
Verschillende van de hierboven genoemde activiteiten zijn samen te vatten onder de term cyberactivisme. Het verschijnsel is niet nieuw. Wel nieuw is de schaal die deze vorm van activisme sinds de popularisering van datacommunicatie kan aannemen. Het is alweer de Scientology-sekte die het in de jonge Nederlandse Internetgemeenschap een enorme stimulans heeft gegeven. Sinds de inval bij Xs4all duiken de onthullende documenten bij steeds meer systemen op als paddestoelen in de herfst en maakt men zich binnen nieuwsgroepen vrolijk over de Amerikaanse advocaten van de sekte die maar blijven e-mailen dat dat niet mag.

Citeren mag, maar wel met bronvermelding en een berichtje aan de auteur.
Terug