Publicaties & Projecten


Terug
COMPUTERS, DERDE WERELD, DE ACHTERSTAND VAN EUROPA, BASISDEMOCRATIE en dat soort dingen
(verschenen in NN 58, 1-6-'90)

De afgelopen vijf jaar hebben duizenden groepen in de Derde Wereld de mogelijkheden van computers en datacommunicatie ontdekt. Progressieve groepen in het Zuiden gebruiken e-mail (elektronische post via computers) misschien wel op grotere schaal dan in het Noorden. De Zuid-Zuiddialoog is daarin steeds belangrijker. Vorige week was er een conferentie over. En over de hele wereld verspreid lijken basisdemocratische idealen en het gebruik van pc's elkaar te vinden.

In een kraakpand in Den Bosch hangt een draagbaar pc'tje permanent aan een telefoonlijn. Hoe onbeduidend het er ook uitziet, het is het centrale punt in Europa waar berichten van de FMLN en uit Nicaragua via datacommunicatie binnenkomen. De pc fungeert als een simpel bulletinboard van waaruit de Europese pers en actiegroepen informatie ontvangen. Tot de afnemers behoren alternatieve blaadjes als NN en de Zwarte maar ook de BBC en de Spaanse krant El PaÍs.

Dit voorbeeld staat niet op zich. De afgelopen vijf jaar hebben duizenden groepen in de Derde Wereld de mogelijkheden van computers en datacommunicatie ontdekt. Progressieve groepen in het Zuiden gebruiken e-mail (elektronische post via computers) misschien wel op grotere schaal dan in het Noorden. De Zuid-Zuiddialoog is daarin steeds belangrijker. Waarmee en passant het traditionele vooroordeel dat computertechnologie elitair en iets voor het rijke Westen is, en diverse informatiemonopolies op losse schroeven zijn gezet. Ik hoorde zelfs de klacht van iemand uit Bolivia dat Europa nogal achterblijft op dit gebied.

Een belangrijke steun is de opkomst van wereldomspannende datanetten en progressieve en/of commerciële elektronische postsystemen (grote computers waarin mensen berichten voor elkaar kunnen achterlaten). Het aantal progressieve e-mailgebruikers in met name de Derde Wereld is nu zo groot geworden dat ze voor een van de commerciële netten (Geonet) een belangrijk consumentenblok zijn geworden dat technische en financiële eisen stelt.

Van 14 t/m 18 mei vond in Epe een conferentie plaats waar ruim honderd mensen uit de hele wereld - ongeveer gelijk verdeeld over Noord en Zuid - bij elkaar kwamen om over de ontwikkelingen te praten, afspraken te maken en gegevens uit te wisselen.
De organisatie was in handen van Interdoc, een netwerk van zo'n honderd van overheden onafhankelijke onderzoeks- en documentatiecentra. Het is een los verbonden groep van NGO's (Non Government Organisations). Een van haar doelstellingen is de democratisering van de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en de strijd tegen wereldinformatiemonopolies.
Deelnemers kwamen o.a. uit de Filippijnen, India, Afrika, Litouwen, Rusland en andere Oost- en West-Europese landen, Latijns-Amerika, de VS en Canada. Er waren mensen die adviezen geven aan progressieve groepen, vertegenwoordigers van grote en kleine ontwikkelingsorganisaties, vredesgroepen, landeninfogroepen, onderzoeksorganisaties, computernetwerken als Peacenet en Greennet, mensen uit arbeidersbeweging, antiapartheidsbeweging, vrouwenbeweging, et cetera.

Ik sprak met enkele deelnemers over hun ervaringen met computers. Wat me vooral interesseerde was de samenhang tussen kleinschalige technologie en progressieve bewegingen.

Latijns Amerika - I
Vijf maanden geleden begonnen vrijwilligers in Uruguay met een geleende pc het bulletinboard Chasque (Boodschapper). Gustavo Carrier is beheerder van het systeem. De machine hangt met twee lijnen aan het lokale telefoonnet en is daarnaast verbonden met een internationaal datanetwerk.
Carrier over een aantal toepassingen: "We hebben zes Uruguayaanse NGO's die Chasque gebruiken en ongeveer honderd individuele gebruikers. Twintig à dertig mensen gebruiken Chasque echt om mee te werken, de anderen zijn jongens en teenagers. Ze sturen boodschappen, grapjes en dergelijke. Het is met opzet een open systeem. Chasque wordt ook gebruikt door een nieuwsnetwerk: Third World Network. Ze gebruiken het voor de Third World Guide, een gids met informatie over derdewereldlanden. Met de geschiedenis en de statistieken en topics vanuit het gezichtspunt van het Zuiden.

Dit Derde Wereld Netwerk gebruikt ons bulletinboard voor alle informatie, die ze ontvangen van Latijns Amerika en de andere landen van de wereld. Ze werken samen met het Derde Wereld Netwerk Centrum in Maleisië. Het is een alternatief netwerk voor informatie buiten het normale establishment. Ze houden zich bezig met ecologie, arbeid, mensenrechten.
Een van de andere NGO's is het CCU (Coöperatieven Centrum Uruguay). Het is een instelling die al 25 jaar bestaat. Ze werken op verschillende gebieden met coöperatieven. Ze doen aan voorlichting. Ze denken erover het centrum in Montevideo te verbinden met een regionaal centrum op het platteland. En misschien na een paar maanden de coöperatieven waarmee ze werken.
En, heel interessant, ze zetten informatie on line voor plattelandsorganisaties met de prijzen van landbouwproducten op de centrale markt van Montevideo. De boeren kunnen dan besluiten of ze de groenten sturen of niet."

Onderhoud van computers is in Uruguay geen probleem volgens Carrier. En op een ander belangrijk punt, de kwaliteit van de telefoonlijnen, wordt de situatie steeds beter omdat Uruguay het telefoonnet gaat digitaliseren.

Latijns Amerika - II
Edmundo Garafulic is bestuursvoorzitter van INEDER (Instituto de Educacion para el Desarrollo Rural - Instituut voor Educatie voor de Ontwikkeling van het Platteland) in Bolivia. De organisatie bestaat zestien jaar, onafhankelijk van politieke partijen, kerk of andere organisaties. Ze richt zich met name op de ontwikkeling van het platteland, op de boerenbeweging. Ze heeft een documentatiecentrum en produceert tv-programma's in de indiaanse taal. En dan heeft ze nog een programma voor ontwikkelingsscholing; dat zijn activiteiten in Europa, de VS en Canada om een beter begrip te kweken van de Zuid-Noordverhouding. Financiële steun krijgt ze onder andere van de NOVIB, de Vastenactie en Solidaridad.

Garafulic: "Zelf zit ik in een breed platform van NGO's in Zuid-Amerika en Europa. Het is een groep van meer dan veertig organisaties. Kort geleden hebben we een bijeenkomst gehouden met meer dan dertig NGO's die projecten in Zuid-Amerika financieren. Uit Nederland, Spanje, België, Zwitserland et cetera. We hebben gesproken over een gezamenlijke agenda voor de toekomst.
We proberen nu de globale punten die we in Brussel hebben besproken te verspreiden en inhoud te geven op deze conferentie. Want het is geen kwestie van goed en snel contact houden. Het belangrijkste is: wat ga je doen met de informatie."

Een voorbeeld: werkgevers en staat in Bolivia wilden de subsidie stopzetten aan bepaalde vakbondsleiders, om de beweging te verzwakken. "Het was toen dringend nodig om contact te krijgen met de FNV en andere organisaties, voor solidariteit en financiële hulp."
De contacten met Bolivia lopen vooral via briefpost en via mensen die langskomen.
Garafulic: "Aan de andere kant zijn we nu hard bezig gebruik te maken van een elektronische postbus. We hebben nu vanuit Bolivia - met grote moeite maar toch - een verbinding. En het is mogelijk om direct snel contact te houden met verschillende mensen. Maar ik moet zeggen dat die ontwikkeling in Europa naar mijn mening wat langzaam gaat."

Hij geeft een ander voorbeeld, uit Brazilië: "Daar heeft de organisatie IBASE als doel contacten te leggen tussen vakbonden in Brazilië en Italië van hetzelfde internationale concern. Juist om te kijken hoe de kapitaalstromen zijn en hoe de situatie is houden zij dagelijks contact - vanuit Italië meestal, het wordt door Italië betaald."

"Het is niet omdat wij een beetje gek zijn op techniek", zegt hij, "maar als de problemen gaan met de snelheid van een vliegtuig kun je niet komen met een oplossing op een ezel. De oplossingen moeten minimaal met dezelfde snelheid komen als de problemen. In Europa, in de wereld gaat de verandering heel erg snel. Het is belangrijk om op wereldschaal te gaan denken en dat betekent toch verschillende contacten te gaan leggen."

De Sovjet-Unie
Een wat kleinere toepassing bestaat in de Sovjet-Unie, waar de regering vorig jaar besloot de controle op type- en kopieermachines af te schaffen - omdat regulering van het vermenigvuldigen van teksten in het computertijdperk toch zinloos was geworden.
Dmitry Petrov (gebroken geweertje op zijn revers) woont in Moskou. Hij is bestuurslid van de Vereniging voor Sociale Innovatie USSR waarvan het doel is de Sovjet-mensen te stimuleren tot onafhankelijke sociaal initiatief.
Hij geeft enkele voorbeelden: "We zamelden geld in voor Afghanistanveteranen die gewond of gehandicapt zijn. De innovatie is dat het idee om een grote inzamelingscampagne te houden kwam van een gewone arbeider. Hij schreef ons een brief en vroeg: 'Waarom zouden we niet zo'n campagne organiseren om deze jongens te helpen, want ze zijn niet verloren voor de maatschappij. Ze vluchten in drugs en zelfmoord.'
Wel, we organiseerden een grote campagne en we noemden de initiatiefnemer. Dat betekent veel voor ons. Als in de Sovjet-Unie iets gebeurt weet je namelijk nooit wie de initiatiefnemer van het project is."

"Een ander voorbeeld is de Vredesfamilie Vereniging. Er zijn zogenaamde familieclubs in de Sovjet-Unie, van gezinnen die bij elkaar komen om samen iets te organiseren. Bijvoorbeeld gemeenschappelijk de kinderen opvoeden, gezamenlijke activiteiten als sport of het bediscussiëren van dingen.
Als families van verschillende landen beginnen te communiceren en familietoerisme gebruiken in plaats van traditioneel, commercieel toerisme, dan is dat geweldig, is het idee. Daarom noemen ze zich vredesfamilie. Ze nodigen gezinnen van andere landen uit om naar de Sovjet-Unie te komen en ruilen met hen van woning. We hebben hen geholpen een legale status te krijgen, hielpen bij het organiseren en regelden enkele internationale contacten voor hen."

"Ja. We zijn de eerste NGO in de Sovjet-Unie die begonnen is datacommunicatie te gebruiken. We begonnen ermee in 1986. Misschien kon je in die tijd enkele overheidsorganisaties vinden die computers gebruikten voor berichtenuitwisseling. Nu is de situatie wat veranderd. We hebben nu twee afdelingen uitgerust met elektronische post. Een in Leningrad en een in Jerevan, Armenië. En we hebben in Moskou ook kantoor van de Transnational Radical Party. Ze hebben hun eigen database en hun eigen elektronische postsysteem en ze zijn aangesloten bij het internationale Agora-net. Een speciaal net voor de Transnational Radical Party.

En dan is er in de Sovjet-Unie nog een groep tegen nucleaire bewapening die elektronische post gebruikt. We kunnen ons nu ons werk niet voorstellen zonder elektronische post want het is heel moeilijk om snel informatie te krijgen in de Sovjet-Unie vanuit verschillende plaatsen over de hele wereld. Via elektronische post zijn we in staat het te krijgen, het te verspreiden, antwoord te sturen, enzovoort. Ik zou nauwelijks hier in Holland kunnen zijn als ik geen elektronische post zou gebruiken. Ik ontving de uitnodiging om te komen op mijn beeldscherm."

Ze gebruiken microcomputers (= pc's). Voor onderdelen zijn ze wel afhankelijk van Amerikaanse zusterorganisaties want de mogelijkheden in de Sovjet-Unie zijn nog beperkt. Onderdelen zijn verschrikkelijk duur en er zijn in de hele Sovjet-Unie maar een paar computerwinkels. (Enkele weken geleden werd een prototype gepresenteerd van de eerste compleet Sovjet-made pc, IBM-compatible).

Petrov: "Ik zou graag wat filosofische/ethische achtergrond geven. Laten we het niet hebben over socialisme of kapitalisme of Oost-West - ik haat die mythe van Koude Oorlog - maar we hebben een slecht ding in de Sovjet-Unie als gevolg van onze totalitaire maatschappij. We hebben een zogenaamd vergunningssysteem: als iemand een goed idee heeft of een doordacht en zeer perspectiefvol sociaal project, dan denkt hij dat hij naar officials moet gaan en hen om toestemming en ondersteuning moet vragen en om papieren, om stempels enzovoort. En wij zeggen tegen de mensen: 'Doe het niet, waarom zou je het moeten doen. Kun je dat niet allemaal zelf doen. Zijn jullie niet in staat tot iets, zijn jullie domme idioten? Gebruik gewoon pennen of typemachines, typ je projecten en geef ze aan ons. En als je ze aan ons geeft stoppen we ze in onze database, onze ideeënbank. We publiceren het in ons kwartaalblad Eureka.'
Soms vonden de mensen wiens ideeën we afdrukten heel goede partners. We brengen ze bij elkaar, ze schudden handen, tekenen en realiseren het."
Het loopt als een trein. Iedere dag komen er zo'n vijftig brieven met voorstellen binnen. Alles wordt opgeslagen in een pc. Zo is een ideeënbank opgebouwd met nu zo'n 10.000 ideeën.

Bestrijken jullie de hele Sovjet-Unie?
Petrov: "Nee, niet de hele Sovjet-Unie. We hebben een nationale status en we hebben afdelingen in verschillende steden in de Sovjet-Unie. En we gaan ze verbinden met een speciaal net dat we Open Net noemen, open voor de mensen. De mensen komen en wij laten ze zien hoe ze hun ideeën, hun projecten kunnen realiseren zonder enige bemoeienis van de staat, de overheidsstructuren of partijstructuren van wat dan ook: communisten, sociaal-democraten, christenen. Die hebben allemaal het gevaar in zich dat jouw idee heel sterk ideologisch, politiek wordt beïnvloed. En ik denk dat we dat niet nodig hebben. We werken niet voor politici en niet voor parlementsleden. Mensen moeten voor elkaar werken. Niet voor regeringen en leiders."

Zuid-Afrika
Zuid-Afrika is een land waarin Eerste en Derde Wereld naast elkaar bestaan. De Eerste Wereld beschikt er over grote computersystemen: bij banken, grote bedrijven, overheid. De Derde Wereld beperkt zich vooralsnog tot pc's.

In Kaapstad bevindt zich de Cape Educational Computer Society (CECS), in 1985 ontstaan uit een groep progressieve leraren die werden geconfronteerd met computers in het onderwijs. Na aanvankelijk cynisme over deze establishment technologie ontdekten ze eigen mogelijkheden.
CECS werkt nauw samen met de universiteit van Kaapstad en ziet zich als deel van de Democratische Massabeweging, vertelt Betsie Saaiman, vice-voorzitster, kleurlinge.
Saaiman: "We hebben twee belangrijke projecten. De ene is training van community organisaties, wat ze NGO's noemen. We geven cursussen in computervaardigheden. Tekstverwerking, databaseprogramma's, desktop publishing, tegenwoordig zelfs telecommunicatie. Het andere aspect is advies."
Nog een ander project is training van leraren. Die beperkt zich niet tot de pure vakkennis maar gaat ook over de visie op onderwijs en het ontwikkelen van onderwijsprogramma's. Ze ondergraaft daarmee het onderwijsmonopolie van de regering.

Wat voor organisaties adviseren jullie, et cetera?
Saaiman: "We werken met organisaties van de democratische massabeweging (MDM = Mass Democratic Movement) en de organisaties die strijden voor politieke bevrijding in het land. Er is nu ook een ANC-afdeling in Kaapstad. We hebben hen geholpen bij het opzetten van hun kantoor."
In Kaapstad is het pc-gebruik aardig verspreid maar op het platteland gebeurt niet veel op dat gebied. CECS is hard op zoek naar geld om ook daar te kunnen werken.

Kun je zien dat de manier waarop jullie computers gebruiken in Zuid-Afrika effect heeft?
Saaiman: "Het afgelopen jaar begonnen de mensen in de gemeenschapsorganisaties een nieuwe mobiliseringcampagne, via de trotseringscampagne, bijvoorbeeld de demonstraties bij de stranden. We trotseerden al de kleinzielige regeringswetten, beperkende en onderdrukkende wetten.
Het effect van de technologie daar was dat we door pamfletten, nieuwsbrieven, media veel meer mensen konden bereiken en het maakte het mobiliseringsproces een stuk gemakkelijker. De technologie en de programma's die we gebruiken zijn heel eenvoudig en we proberen het eenvoudig te houden. Zodat mensen van een burgerorganisatie een korte cursus kunnen komen volgen en hun eigen nieuwsbrieven en pamfletten kunnen maken. Het heeft erg geholpen de trotseringscampagne te stimuleren en ook de terugkomst van het ANC."

Er is censuur in Zuid-Afrika. Kun je ieder bericht verzenden via e-mail?
Saaiman: "Op het moment is er geen censuur op zich. We hebben niet te maken gehad met enige vorm van censuur. Ook omdat het erg nieuw is. Vanwege de repressie zijn we altijd heel voorzichtig geweest met gevoelig materiaal. E-mail is openbaar. Zelfs nu het ANC is toegelaten zijn we nog erg voorzichtig.
De elektronische post heeft ons ook erg geholpen. Een tijdschrift met de naam New Era krijgt door onze e-mailfaciliteiten nieuws over Nicaragua. Dat is maar een voorbeeld. Ook bij de hongerstaking in februari door politieke gevangenen op Robbeneiland heeft CECS regelmatig nieuws over de strijd op Geonet gezet. Andere organisaties konden lezen wat er gebeurt in Zuid-Afrika en er artikelen over schrijven. We hebben nu een bevestiging ontvangen van iemand uit de USA die schrijft voor een antiapartheidstijdschrift daar."

"En ik heb het nog niet gehad over onze conferentie. We plannen een nationale conferentie samen met de afdeling Didactiek van de universiteit. Het doel is om technologie weer tot belangrijk thema te maken. Het gaat erom te benadrukken dat technologie een rol speelt in onze strijd en dat het gebruikt moet worden als een werktuig, een wapen in de strijd. Het is ook een initiatief om computergebruikers uit Zuid-Afrika bij elkaar te brengen. En ten slotte om richting te geven aan hoe computers gebruik moeten worden in de postapartheid maatschappij."

Hoe denk je dat je computers zult gebruiken in de postapartheid maatschappij?
Saaiman: "Ik denk dat de mensen dat zullen moeten beslissen. Daarom hebben we mensen uit verschillende sectoren uitgenodigd: arbeid, studenten, docenten, academici en we zouden willen dat zij analyseren wat hun behoeften zijn en hoe ze de computer kunnen gebruiken."
Heb je er zelf ideeën over?
Saaiman: "Ik denk dat ze op verschillende niveaus gebruikt kunnen worden. Om levensstandaards te verbeteren bijvoorbeeld. Om mensen bewust te maken, om acties te coördineren. Het kan ook helpen bij een alfabetiseringscampagne. Er zijn hier veel mensen analfabeet. Er is een uitgebreid toepassingsgebied in onze nieuwe maatschappij."

"Misschien kan ik ook vertellen dat CECS opdrachten uitvoert van het Centrum voor Ontwikkelingsstudies (CDS). Dat is een initiatief van het ANC. CDS is een onderzoeksinstituut dat verschillende aspecten van het openbare leven onderzoekt: economie, wetgeving etc. En ze onderzoeken beleidsopties voor een nieuw Zuid-Afrika. Het is sterk op de toekomst gericht, op het leggen van fundamenten voor een toekomstig Zuid-Afrika. Er zijn al acht centra opgericht. O.a. bij de Westkaapuniversiteit en andere universiteiten in Zuid-Afrika. CESC heeft de taak deze centra te verbinden door telecommunicatie.
CECS is ook benaderd door de National Education and Coordinating Committee om iets dergelijks te doen. Het is een instituut dat zich met onderwijs bezighoudt, het huidige onderwijsprogramma analyseert en naar een nieuw programma werkt. Het opereert ook landelijk en CECS is gevraagd deze nationale initiatieven bij elkaar te brengen, om een nationaal netwerk op te zetten."

"Het probleem is ook het elitisme. Toen de computers er net waren, waren het de zogenaamde knappe mensen die computers gebruikten. Mijn organisatie heeft daartegen nadrukkelijk stappen ondernomen. We willen computers voor iedereen toegankelijk maken. We moedigen vrouwen speciaal aan, en arbeiders, en benadrukken dat er niets speciaals aan computers is. Iedereen kan ze gebruiken.
We proberen ook onze cursussen zo op te zetten dat mensen iets produceren. De eerste keer dat iemand achter de computer zit, moet hij een poster of zoiets maken, zodat iemand kan zien: dit is wat ik gedaan heb. Dat is een heel goede manier om de machine, de technologie te demystificeren. En je laat mensen zien: jee, ik kan er iets mee doen."

Technologie & basisdemocratie
Pc's ofwel microcomputers vormen samen met communicatiesoftware communicatieve machines. Net als bij de telefoon geldt dat het gebruik vruchtbaarder is naarmate er in een sociaal netwerk meer mensen gebruik van maken. Bovendien vergroot dit het aantal mogelijke contacten en daarmee de kans op antwoorden op vragen, of oplossingen van problemen. "Het is net alsof je met zes mensen rond een tafel over de problemen praat" las ik ergens, "alleen zitten die mensen over de hele wereld verspreid."
Gebruikers hebben belang bij meer gebruikers, het is bij wijze van spreken een zichzelf verbreidende technologie. Je ziet dan ook overal dat er groepen ontstaan die anderen leren met de machines om te gaan. Interdoc heeft een op wereldschaal opererende technische adviesdienst. In Zuid-Afrika verzorgt CESC cursussen en opleidingen. Chasque in Uruguay geeft adviezen en leert samen met gebruikers met de apparatuur overweg te gaan. De Vereniging voor Sociale Innovatie in de Sovjet-Unie wil mensen stimuleren tot het gebruik van elektronische post.

En ik denk niet dat het toeval is: meestal kwam ik naast deze en nog andere motieven van praktische aard (snel en bij gebruik op een bepaalde schaal goedkoper dan fax, telex en zelfs briefpost) ook ideologische motieven tegen: Chasque wil de informatie democratiseren, CESC wil de kennis van technologie democratiseren, de VSISU wil de zelfwerkzaamheid en onafhankelijkheid van burgers stimuleren. Ook in Nederland en een paar jaar geleden in de VS en in de BRD kwam ik dergelijke idealen tegen.

Over de hele wereld lijken basisdemocratische opvattingen en het gebruik van de goedkope microcomputers elkaar gevonden te hebben. Als je dit voegt bij de eigenschap van communicatietechnologie zichzelf te verbreiden, is er op zijn minst iets intrigerends aan de hand.

Citeren mag, maar wel met bronvermelding en een berichtje aan de auteur.
Terug