Publicaties & Projecten


Terug
Machines of loving grrr..

PROGRESSIEVE BULLETINBOARDS IN AMERIKA
(Verschenen in Bluf! 309, 3-3-'88)

Net als in Nederland heeft het hobbyen met computers in Amerika een hoge vlucht genomen. De steile prijsdalingen van apparatuur maken toepassingen mogelijk die nog maar een paar jaar geleden ondenkbaar waren. Telecommunicatie per computer was iets voor multinationals en militairen. Nu is het aan beide zijden van de oceaan bijna net zo makkelijk als het spelen met bakkies. Alleen zijn de mogelijkheden veel groter. Linkse kringen steken voorzichtig hun teen in het water. Making waves in Amerika: een verhaal over twee radicale bulletinboards.


Ik ging naar het Concord marine station als eerbewijs aan Brian Wilson en om te protesteren tegen de verscheping van wapens naar Midden-Amerika.

Wat me bij de demo verraste was de sterke religieuze ondertoon. O, het gebruikelijke handjevol marxistische splintergroepen was er ook, maar kerkelijke mensen schenen in de meerderheid in de menigte. En de muziek en de rap vanaf het podium hadden een hoop religieuze inhoud. Het deed een niet-religieuze man als ik zich bijna ongemakkelijk voelen. Ik moet toegeven dat tegenwoordig de meeste mensen die actief in de oppositie zijn tegen de VS-interventie kerkelijke banden hebben. Er is geen andere seculiere organisatie dan de weinige niet-effectieve marxistische partijen, zoals die er wel was in het Viëtnamtijdperk.

Tegen het eind van de demo, zaterdag, bij Concord begonnen enkele anarchisten de rails omhoog te trekken. Ik zag dat enkele kerkelijke mensen mee gingen doen en ik hoorde niemand van de kerkmensen zeggen dat ze het niet moesten doen. Ik ben werkelijk nieuwsgierig naar wat er gebeurd is met links in Amerika. De daklozen die we iedere dag op straat zien maken zeker duidelijk dat niet alles in orde is in Amerika.


Newsbase
Het is een septemberavond in San Francisco. Ik lees deze tekst van een beeldscherm in een vroegere winkelruimte, de huiskamer van Richard Gaikowski. De personal computer die bij het beeldscherm hoort, staat in een berghok vanwege het hinderlijke gezoem. Richard, rond de veertig, demonstreert me zijn bulletinboard Newsbase.
Er bestaan in Amerika duizenden bulletinboards, een soort computerprikborden, draaiend op een pc, waarmee je met een eigen computer(tje) via een telefoonlijn en een modem communiceert. Over het algemeen kun je er op trefwoorden in zoeken en je kunt berichten voor een ander achterlaten. Veel bulletinboards bellen elkaar 's nacht automatisch op en geven relevante berichten door. Ze vormen zo een soort netwerk. Ze worden hoofdzakelijk gebruikt door computerhobbyisten. Wat dat betreft wijkt de situatie in de VS nauwelijks af van die in Nederland met zijn vele tientallen bulletinboards en het netwerk van waaruit hobbyisten voor een prikkie berichten over de hele wereld rondsturen.

Langzamerhand maar zeker begint ook de linkse scene het nut van computercommunicatie te ontdekken. De snelle groei van de computerhobby heeft veel bijgedragen aan de verspreiding van de knowhow. Ook in dat opzicht is er een overeenkomst met Nederland. Een verschil is dat Amerikaanse hobbyisten ook een politieke lobby vormen: tegen de verhoging van de telefoontarieven. Daarmee staan ze, samen met de progressieve gebruikers en ironisch genoeg ook de grote commerciële databanken, tegenover de Amerikaanse overheid.

Uit het isolement
Richard ziet zijn bulletinboard onder andere als een manier om linkse mensen met elkaar in contact te brengen. Volgens hem is er weinig politieke beweging en wat er gebeurt is erg verspreid.
Richard: "Je hebt kleine groepjes rond verschillende thema's zoals Midden-Amerika maar dat wordt vooral draaiende gehouden door kerkelijke groepen. Brian Wilson, dát bracht iedereen bij elkaar, dat type actie. Maar dat (de blokkade van munitietransporten. P.) was al zes maanden aan de gang en niemand besteedde er aandacht aan tot Brian Wilson zijn benen verloor. Dat betekent weinig goeds voor het politieke klimaat in dit land."

Hoe vacuüm is het? Je krijgt nog steeds berichten..
R: "Oh ja, belangrijk bij mijn bulletinboard is dat mensen met politieke ideeën zich niet zo alleen voelen. Ze kunnen gemakkelijk met elkaar in contact komen en een kleine gemeenschap ontwikkelen. Wat dat verder voor consequenties heeft weet ik niet. Mensen voelen zich niet zo geïsoleerd. Veel mensen ontdekken mijn bulletinboard en veel mensen raken er werkelijk enthousiast over omdat ze verwante geesten vinden. Ook veel mensen bellen op en zeggen oh, dat is saaie politiek, dit systeem bel ik niet meer. Dat is prima, ik wil ook niet dat ze bellen, ze zijn niet geïnteresseerd."

Hoe ontdekken mensen het bestaan van je bulletinboard?
R: "Hoofdzakelijk van mond tot mond. Bij een paar gelegenheden breng ik wat pamfletten naar buiten."

Een bulletinboard als dit is zeker geen massamedium. Zelfs met de twee aangesloten telefoonlijnen kunnen er toch niet meer dan enkele tientallen mensen per dag gebruik van maken.
R: "Ik denk dat het heel bruikbaar kan zijn als een organisatiehulpmiddel, als een communicatiekanaal voor een organisatie. Greenpeace, dat hier in San Francisco haar hoofdkwartier heeft, gebruikt computercommunicatie heel sophisticated. Maar ze gebruiken het strikt voor hun interne organisatie. Ze communiceren wereldwijd via Compuservice. Dat is een commerciële mainframecomputer, die heel duur in gebruik is, zo'n 6 dollar per uur. Maar het voordeel is dat je vanuit ieder deel van de wereld toegang hebt. Maar mijn bulletinboard is strikt grassroots. Ongeveer iedereen kan het bellen."

Je vertelde me dat het niet zo goed uitpakte als je verwachtte.
R: "Wel, toen ik voor het eerst begon, dacht ik er meer aan in termen van een krant, waar ik voor gewerkt heb. Oorspronkelijk dacht ik er over als een massamedium en het is géén massamedium. Het is meer een soort gespecialiseerd medium voor een gespecialiseerd publiek. Maar ik denk dat organisaties erg goed gebruik kunnen maken van iets als dit. Als een organisatiehulpmiddel, om informatie naar buiten te brengen."

Netwerk
Richard wil in de toekomst proberen een netwerk op te zetten met andere linkse bulletinboards. Hij denkt ook aan het gebruik als bron voor een klein alternatief blad.
R: "Ik denk dat we nog steeds uitproberen hoe we het kunnen gebruiken. Het kost tijd om te leren hoe je een computer gebruikt. Je moet er voor gaan zitten. En als je aan het organiseren bent heb je niet veel tijd om de computer te gaan leren gebruiken. Naarmate de computerdeskundigheid toeneemt, denk ik.. Veel politieke mensen, in ieder geval in deze streek, hebben een erg Luditische houding t.o.v. technologie: sla de machines kapot. Mijn idee is dat we ze moeten gebruiken want de oppositie gaat ze zeker gebruiken. En ik denk dat we verplicht zijn dat ook te leren."

Antiapartheid
Al wat eerder dan Richard Gaikowski vier jaar geleden in San Francisco met computers begon te experimenteren, ging een kennis van hem in New York aan de slag.
Ik sprak hem twee weken na Richard in Brooklyn, New York. Een beetje eng deel van de buurt. Verlaten en vervallen fabrieken of pakhuizen in een kort stukje straat, aflopend naar het water waaruit de pijlers omhoog torenen van de Brooklyn Bridge. Er patrouilleert een bewaker.
Bill Bowles huurt goedkoop een etage in zo'n gebouw en heeft er een prachtige ruime woning in gebouwd, zoals je in Amsterdam wel eens ziet in grote kraakpanden. Hij beheert een bulletinboard op een Apple Macintosh. Waar Richard over denkt, het gebruiken van zijn board als bron voor een alternatief blad, brengt hij sinds een jaar in praktijk. En wel via wereldwijde computercommunicatie die hém niets kost.
Het blad heet Southscan en verschijnt iedere week met nieuws over zuidelijk Afrika. Bluf! gebruikt de Europese versie wel eens voor haar antiapartheidsnieuws. Op de Amerikaanse versie kun je een elektronisch abonnement nemen, in je elektronische postbus, of een papieren abonnement.
Bill: "Het begint in zuidelijk Afrika en Europa. We hebben een groep journalisten in Zuid-Afrika, Zimbabwe, Mozambique, Angola, Zambia, in de belangrijkste hoofdsteden van Europa zoals Londen en Brussel, en hier in Washington DC. Ze sturen elektronisch berichten naar Londen, ook vanuit Afrika ja. De redacteur van Southscan zit in Londen. Hij verzamelt alle informatie, redigeert het, geeft het vorm en verspreidt een Europese uitgave op papier. En tegelijkertijd zendt hij mij de kopij elektronisch. Via Peacenet."

Integratie van elektronische en papieren media
Peacenet, een computernetwerk van de vredesbeweging, levert die dienst gratis in ruil voor oude nummers van Southscan. Bill lay-out de Amerikaanse versie elektronisch (naast commercieel lay-outwerk waar hij geld mee verdient) en stuurt het weer via een telefoonlijn naar een bedrijf dat een laserprinter en fotokopieerapparatuur heeft staan. Daar wordt het tweezijdig gekopieerd en geraapt. De productie van het hele blad, 8 pagina's, via het fotokopieerbedrijf kost 30 dollarcent. Zonder al deze apparatuur zou het fysiek onmogelijk zijn dat én persoon dit weekblad maakte en zeker niet voor die prijs.
Bill vindt de combinatie van elektronische en traditionele media van essentieel belang: "Als het alleen maar een bulletinboard is, wel dat is oké. Maar ik denk dat het cruciaal is bij deze technologieën ze te integreren in de traditionele manieren om mensen met elkaar in contact te brengen. Wat het in essentie doet is dat het mensen met elkaar samen brengt, ideeën samenbrengt en gebeurtenissen samenbrengt."

New York On Line
Hij vertelt dat tot voor kort ook de linkse computergebruikers toch op de eerste plaats mensen met een speciale belangstelling voor computers waren maar het laatste jaar is dat drastisch aan het veranderen. Wat geschiedenis: "Toen ik voor eerst met computers begon te werken, ongeveer zes jaar geleden, op een kleine Commodore, had ik geen bulletinboardsoftware of iets in die richting. Je weet dat er waarschijnlijk duizenden bulletinboards draaien in de VS. Maar 99,9 procent daarvan is niet politiek. Ze hebben meestal te maken met computers, hackers, programma's, kortom sociale hobby's.
Ik schreef toen artikelen onder de naam New York On Line, die ik elektronisch verspreidde over bulletinboards. Ik belde bulletinboards en vroeg: willen jullie mijn column? De columns besloegen een breed gebied van onderwerpen, zoals computers en de wet, computers en kapitalisme, dingen over Bell Telephone, of wat er die week maar een actueel thema was. Dat is hoe het begon; ik gebruikte een bestaand netwerk van elektronische systemen om radicale ideeën naar buiten te brengen.

Witte mannen
Tenslotte zette ik mijn eigen bulletinboard op met een Apple II, zo'n vier jaar geleden. In de beginjaren - vier jaar geleden was in de beginjaren (lacht) - was ik alleen. In de VS waren er twee andere progressieve bulletinboards. De eerste was The Well, opgezet door Stewart Brand, de oprichter van de Whole Earth Catalog. In feite draait The Well nog steeds in Californië. En er was een board in San Francisco, Newsbase genaamd, van Richard Gaikowski en dat was het. We waren helemaal alleen."
"Zoals je weet wordt het hele computerveld gedomineerd door witte, mannelijke, middle class professional types. Geen minderheden, héél héél weinig vrouwen. De meeste betrokkenen zijn computerprofessionals. Dus gedurende drie van de vier jaar gebeurde er niet veel op het gebied van computers en de progressieve beweging. Maar het afgelopen jaar vond er een compléte verandering plaats.

Peacenet
Om te beginnen begon Peacenet, een groot systeem dat draait op een packet switched netwerk. (Dwz dat het gebruik maakt van speciale datakabels. P.) Het is toegankelijk vanuit ongeveer zeventig landen over de hele wereld. Het gebruikt een commercieel packet switched netwerk, Telenet, wat duur is. Maar ik heb er mijn problemen mee. Het betekent dat alles gecentraliseerd is. Dus als het systeem het begeeft of als de staat beslist dat ze niet op prijs stelt wat Peacenet doet en het sluit .. Ik ben er zelf ook afhankelijk van. Als Danalan (medewerker Peacenet. P.) in slaap valt krijg ik Southscan niet meer. Ik zou de voorkeur geven aan een combinatie van heel veel kleine elektronische bulletinboards, net als New York On Line, net als Newsbase.

Maar in ieder geval, zoals ik zei, in het afgelopen jaar ongeveer zijn de progressieve beweging, grassroots, gemeenschapsorganisaties, politiekebewegingsgroepen, vredesgroepen, mensen die vechten tegen de oorlog in Midden-Amerika, et cetera, computers aan het krijgen. Je kunt een pc kopen met een harde schijf voor ruim onder de duizend dollar."
"In het begin waren de gebruikers vooral amateur-computergebruikers of professionele computergebruikers. Wat hen verbond was in principe een computer, belangstelling voor computers. De verandering nú is dat de mensen die NYOL gebruiken niet per se computergebruikers zijn. Ze gebruiken computers voor hun werk omdat ze die nodig hebben, voor tekstverwerking of wat dan ook. Hun voornaamste belangstelling is niet computers maar politiek. Dat is de eerste verandering.
Ten tweede verandert de samenstelling van de gebruikersgroep. Je ziet meer vrouwen, nog steeds een heel klein percentage maar het is wel verdubbeld of verdrievoudigd ten opzichte van een jaar geleden. Verder zie ik in plaats van individuen meer groepen. Bijvoorbeeld Mobilisation for Survival, dat is een grote groep .."

Je vertelde eerder over een zwarte man die je zei: oh, dit is niets voor zwarte mensen, alleen voor witte. Is dat nog steeds zo?
B: "Tja, in principe wel, maar het verandert langzaam. Toen die discussie plaatsvond, twee of drie jaar geleden, moest ik het met hem eens zijn. De prijs van de technologie viel buiten het bereik van de meeste mensen. Tegenwoordig geloof ik niet meer dat dat waar is. Natuurlijk is het niet gratis. Een kleine lokale gemeenschapsgroep bijvoorbeeld, een huisvestingsgroep, een huurdersorganisatie, ik ken er maar heel weinig in New York City die geen computer hebben. Voor kantoorgebruik: mailinglijsten, brieven typen, een gegevensbestand bijhouden, de financiële administratie of wat dan ook."

Scholing
"Het belangrijkste is nu de scholing. Het feit dat de meeste groepen zich niet realiseren is dat als je een modem toevoegt, dat je dan plotseling verbonden bent met de wereld. Ze weten niets van modems en communicatiesoftware. Ze gebruiken hem gewoon als typemachine."
Wie vertelt ze over de mogelijkheden?
B: "Er is in New York een groep die heet de New York Computer Activists, waarvan ik een van de oprichters ben. De groep bestaat vooral uit gemeenschapsorganisaties, geen individuen. Een van de belangrijkste doelen van de groep is scholing. Het bereiken van andere groepen om ze niet alleen de politieke implicaties van computers te tonen maar ook de potentiële kracht. Er is bijvoorbeeld een groep hier in Brooklyn die computers gebruikt voor het in de gaten houden van brandstichting (door huiseigenaren die de verzekeringspremie opstrijken. P.) The Peoples Firehouse. Ze gebruiken computers voor de analyse van branden. Ze waarschuwen bijvoorbeeld de brandweer als in een bepaalde buurt een aantal verdachte branden heeft plaatsgevonden."

Elektronisch tijdschrift
Bill ziet het bulletinboard niet alleen als een bron voor bladen. Bill: "In essentie is NYOL een elektronisch tijdschrift, dat artikelen bevat. Ik heb bronnenlijsten over zuidelijk Afrika, Midden-Amerika, ik heb misschien twintig bestanden on line alleen al over de Contragate-affaire. Interviews met ex-FBI-infiltranten in de vredesbeweging. Een hele afdeling over de Zuid-Pacific, over Fiji dat nu een belangrijke positie inneemt in de Amerikaanse buitenlandse politiek. De Filipijnen natuurlijk. Lijsten van computeractivisten in het gebied rond New York: mensen die computers gebruiken, informatie over wat ze doen met hun computers en de vaardigheden die ze kunnen uitwisselen met andere mensen die computers gebruiken. Artikelen over computers en hun verband met kapitalisme. En zo voort en zo verder."
"Om informatie te verzamelen kijk ik rond in andere elektronische systemen om te zien of er artikelen in staan die ik zou willen gebruiken. De laatste grote bestanden die ik mijn board heb gezet gaan over de FBI-infiltratie in progressieve groepen. FBI, CIA en plaatselijke politie, hoe ze progressieve groepen binnendrongen als agent-provocateur, om vredesgroepen lastig te vallen. De bestanden bevatten informatie over wat ze hebben gedaan en hoe je ze kunt herkennen, dat soort dingen. Wat ik probeer te doen is praktische informatie creëren waar mensen iets mee kunnen doen."
Waar kreeg je die informatie vandaan?
Bill: "Van een ander bulletinboard, dat draait in Chicago, Amnet, dat is een civil liberties bulletinboard, dat wordt beheerd door een consortium van civil liberties groepen in Chicago. Er is én ander bulletinboard in New York, het vrouwenbulletinboard WBBS."

Bij zo'n snelle verandering in een jaar ligt het voor de hand dat het proces doorgaat. Bill: "Ik sta op het punt met de distributie te beginnen van nieuwsartikelen vanuit ongeveer honderd derdewereldlanden, regelmatig, op dagelijkse basis. Ongeveer een half dozijn belangrijke artikelen over derdewereldlanden. Ik probeer ook dezelfde soort dienst als Southscan op te zetten met een journalist in Managua, Nicaragua om de Midden-Amerikaanse regio te verslaan. Als ik financiering kon krijgen zou ik graag journalisten gaan betalen om me elektronisch berichten te sturen."

Internationaal netwerk
Net als Richard ziet Bill veel in een netwerk van progressieve bulletinboards. Hij vertelt er enthousiast over: "Wat ik in principe probeer te doen en waarnaar ik streef is op den duur een netwerk te creëren van progressieve computerbulletinboards dat nationaal en tenslotte internationaal informatie uitwisselt. De kosten voor ieder board zou je kunnen uitsmeren over een heleboel verschillende groepen in het gebied. Dan hoeft het geen dure operatie te zijn. Dan zou je dingen kunnen doen als het uitbrengen van nieuwsbrieven, stadskranten.
Waar je in principe de computer voor gebruikt is het verzamelen van informatie die je dan verspreidt met traditionele middelen. Dat is wat ik probeer te doen."

Citeren mag, maar wel met bronvermelding en een berichtje aan de auteur.

Terug