Publicaties & Projecten


Terug
ACTIEVOEREN MET EEN COMPUTER
(Verschenen in NN 15, 3-11-1988)

Alison Cordero is een New Yorkse buurtactiviste. De organisatie waarbij ze werkt gebruikt sinds enkele jaren een kleine computer om de enorme hoeveelheid informatie over panden en huisbazen hanteerbaar en toegankelijk te maken.

East Williamsburg is een kleine arbeidersbuurt in Brooklyn, New York. Veel kleine huiseigenaars die vaak al enkele generaties in hetzelfde huis wonen; rijk aan bezit, arm aan inkomen. Maar ook speculanten en huisjesmelkers. Verder een industriegebied, drugshandel. Zoals heel New York is de buurt in grote lijnen tweetalig: Engels en Spaans. Daarnaast wordt er veel Pools gesproken. Er is een wijkcentrumachtige organisatie actief, de Saint Nicholas Neighborhood Preservation Corporation, kortweg St.Nicholas, genoemd naar een kerk daar vlakbij. Deze non-profitorganisatie houdt zich vooral bezig met huisvesting en vormen van dienstverlening.

Alison Cordero, housing specialist, is een van de ongeveer vijftig medewerkers. Ze demonstreert me in oktober 1987 het computersysteem, een PC-netwerk met acht terminals. Sinds enkele jaren verlicht het de tijdsdruk van een altijd onderbezette en altijd overwerkte staf. Er is nu toegang tot informatie die vroeger alleen toegankelijk was na tijdvretend onderzoek, en gegevens kunnen gemakkelijker geanalyseerd en gecombineerd worden. Ook de mogelijkheden voor publicatie en gerichte verzending van papieren informatie zijn aanmerkelijk vergroot.

Het veranderde de manier van organiseren. Cordero geeft enkele voorbeelden. De gemeente New York is een van de grootste huizenbezitters. Dat werd ze door de mogelijkheid huizen in beslag te nemen van eigenaars die hun belasting niet betalen. Het beheer van dit bezit laat vaak te wensen over. Vooral met kleine panden weet ze geen weg. Cordero wijt dit onder andere aan het gecentraliseerde bestuur.
'"Een ambtenares van de afdeling Housing Preservation and Development die verantwoordelijk is voor deze buurt kon zelfs met moeite een auto of toestemming krijgen om de buurt te bezóéken." Enerzijds organiseert St. Nicholas dingen waarvan je zou verwachten dat de gemeente ze deed: zoeken naar financiers voor het opknappen van gebouwen, begrotingen maken, adviseren aan bewoners over zelfbeheer of aan kleine eigenaars met belastingproblemen, een inventarisatie maken van problemen. Anderzijds voert ze samen met de bewoners actie voor beter onderhoud en roept zij op tot demonstraties bij het gerechtsgebouw. De computer is hierbij een belangrijk hulpmiddel geworden.

De gemeente had bijvoorbeeld voor deze buurt aanvankelijk een openbare lijst met 419 te vorderen gebouwen. St. Nicholas maakte een database met gegevens als aantal huurders, aantal appartementen, naam en adres van de eigenaar (uit het kadaster), waarde voor de belasting, mate van belastingachterstand (gegevens van de gemeente). Alle eigenaars kregen vanuit dit bestand een brief waarin hen assistentie werd aangeboden. Veel belastingproblemen vloeien namelijk voort uit verkeerde gegevens (bijvoorbeeld liftbelasting als er helemaal geen lift is) of taalproblemen. Uiteindelijk bleven er nog 33 gebouwen over waarmee St. Nicholas zich intensief ging bemoeien.
Cordero haalt de gegevens van een gebouw op het beeldscherm. "Dit is een gebouw met 6 huurders en 8 appartementen. De huurders beheren het gebouw al een aantal jaren samen met onze organisator. Sommigen van hen spreken Pools, sommigen Spaans en sommigen Engels. Een moeilijk gebouw om te organiseren."

"Een andere toepassing is het proberen te voorspellen van brandstichting door de eigenaar. Als hij bijvoorbeeld lang geen belasting betaalt en geen onderhoud pleegt is het mogelijk dat hij van het gebouw of de huurders af wil. Het komt zelfs voor dat hij het in brand steekt voor de verzekeringspremie of om de huurders te verjagen. In de computer worden dan ook gegevens van verdachte branden bijgehouden." Brandstichting is een moeilijk te bewijzen misdrijf, reden waarom de nadruk ligt op het voorkómen.

"De oorsprong van het anti-brandstichtingscomputerwerk in New York lag in een tijd - eind jaren zeventig - dat veel brandstichting plaatsvond voor het verzekeringsgeld. Er was een buurtorganisatie die de voorspellingsindexen van de verschillende brandweercorpsen gebruikte. Wat we nu zien, in deze buurt, is veel meer brandstichting waarbij huiseigenaren proberen huizen leeg te krijgen."
Daarbij kunnen mensen gedood worden?
"Absoluut, en gewond. En dat niet alleen. Het vernietigt huisvesting voor lage inkomens; letterlijk, of het verjaagt mensen, de eigenaar maakt gerenoveerde appartementen, de prijs gaat omhoog en er is weer een dakloos gezin. We hadden bijvoorbeeld een heel typerend geval in Grandstreet. Het is een gebouw met zes wooneenheden. Er was een brand die begon bij een familielid en werknemer van de eigenaar die een petroleumkachel had omdat er geen verwarming was. Petroleumkachels zijn absoluut illegaal in New York. Het was niet mogelijk de huiseigenaar te vervolgen voor brandstichting. Maar het was zijn werknemer die de petroleumkachel in het gebouw had gebracht en hij was ervoor verantwoordelijk dat er geen verwarming was. En hij heeft inderdaad geprobeerd om de gezinnen eruit te krijgen en te renoveren.
Wij gingen erheen en slaagden er samen met de gezinnen in de eigenaar de uitgebrande woning te laten herstellen en het gezin te laten terugkeren, en dat hij zorgde voor verwarming. Het was belangrijk dat we de computer konden gebruiken bij de publiciteit in ons blad. We wilden het laatste nieuws over het proces brengen, enzovoort. De mensen die ervoor schrijven doen ook andere dingen, zoals het organiseren van bewoners van gebouwen en naar de rechtbank gaan. Ze kunnen het verslag in de computer intikken en iemand anders kan het redigeren en het verder afhandelen. Zo kunnen ze een verhaal schrijven waarvoor ze anders geen tijd zouden hebben gehad."

Ook bij onderhandelingen met gemeente en financiers vergroot het computersysteem de machtspositie van de buurtgroep. "De computer maakt het natuurlijk mogelijk voor een buurtgroep om te reageren onder het soort tijdsdruk dat de gemeente, de stichtingen, enzovoort ons opleggen. Een van de grote problemen is dat ze zeggen: 'Ja, we hebben graag dat buurtgroepen deelnemen in de planning, máár we hebben een deadline.' En wij beschikken niet over de mogelijkheden qua menskracht waarover bijvoorbeeld de gemeente beschikt. De computer stelt ons in staat alternatieven te presenteren op een meer sophisticated manier, om opgewassen te zijn tegen wat zij doen. Om in staat te zijn te zeggen: 'Jullie vertellen ons dat jullie politiek om percelen te verkopen duidelijk resulteert in economische ontwikkeling. Wij zeggen jullie dat die en die en deze lege percelen vijf jaar geleden leeg waren, en ze zijn nu nog steeds leeg. Jullie hebben niets gebouwd, jullie hebben niets ontwikkeld. Alles wat jullie hebben gedaan is parkeerplekken maken die gebruikt kunnen worden door drugsdealers'.
Dat is iets dat we wel weten maar we leveren gegevens op die dat met getallen onderbouwen. Zodat ze niet kunnen zeggen dat het om een geïsoleerd geval gaat."

"We konden de laatste telling van de gemeente, uit 1980, vergelijken met de gegevens van de elektriciteitsmaatschappij zodat we een goed beeld konden geven van het aantal woningen dat verloren was gegaan in die twee blokken. We zeggen: 'Wij willen geld om twintig of dertig woningen op te knappen.' en wij zeggen: 'Kijk, er zijn er een paar honderd verloren gegaan.' Dat maakt de zaak duidelijker."

Je hebt in deze organisatie veel tijdsdruk en je gebruikt computers om tijd te winnen. Houdt dat niet het gevaar in dat je meer werkt met computermodellen en computerrepresentaties dan met de werkelijkheid op straat, zogezegd?
"Nee, we staan midden in de gemeenschap, ze komt de deur binnenlopen. Mensen komen hier voor informatie. We begonnen met de database twee jaar geleden, en de ontwikkeling is erg langzaam gegaan. Alleen ik en nog iemand werkten er bij tijd en wijle aan plus een paar onbetaalde stagiaires.

Alison Cordero schreef een paper (19 kantjes A4), getiteld Computers and community organizing.

Citeren mag, maar wel met bronvermelding en een berichtje aan de auteur.

Terug